Wat met bewegen na de diagnose kanker?
- lustulla
- 16 jan
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 6 feb

Een kankerdiagnose zet je wereld op z’n kop. Toen bleek dat het goedaardige bolletje in mijn borst toch niet zo onschuldig was, voelde het alsof de grond onder mijn voeten wegzakte.
Alles werd onzeker, behalve één ding:
ik wou blijven bewegen.
Ik voelde dat beweging een deel van mijn redding zou zijn (en nog altijd is). Het voelt voor mij als een complementaire therapie. Maar ik weet ook dat die eerste impuls voor velen precies het tegenovergestelde is: “Rust maar uit, spaar je lichaam”. Maar juist nu is het belangrijk om wél in beweging te komen, al is het maar een klein beetje.
Beweging speelt een cruciale rol in je herstel, zowel voor, tijdens als na de behandeling.
Bewegen was en is nog steeds mijn redding.
Bewegen vóór de behandeling
Reserves aanleggen
De eerste weken na de diagnose voelen vaak als een wervelwind. Toch is dit hét moment om aandacht te besteden aan je lichaam. Elke keer dat je beweegt of goed voor jezelf zorgt, bouw je een buffer op – reserves die je helpen om sterker in je behandeling te staan.
Herinner je je mijn knikkerpot nog? Elke wandeling, elke gezonde maaltijd is een knikker die je toevoegt. Hoe voller je pot, hoe meer reserves je hebt wanneer de behandeling er een hand uit graait.
Ik ging vaak wandelen of deed soms een korte fietstocht. Niet om mezelf te overdoen, maar om mijn lichaam sterk te maken en voor te bereiden op wat zou komen.
Bewegen tijdens de behandeling
Kleine stapjes, grote kracht
Tijdens mijn behandeling waren er dagen waarop zelfs opstaan al een opgave leek. Misselijkheid, vermoeidheid en die voortdurende strijd van mijn lichaam... Toch probeerde ik zelfs op die dagen iets kleins te doen. Drie keer per dag 10 minuten wandelen, of gewoon even opstaan en rond de tafel lopen. Het klinkt weinig, maar het gaf me kracht en mijn dagen structuur.
Het hielp me om me minder ‘ziek’ te voelen en gaf me het gevoel dat ik nog steeds íets voor mezelf kon doen. Ik kon ietwat genieten. Tot de volgende behandeling. Want telkens opnieuw kreeg de chemo me klein. Telkens opnieuw kregen mijn bloedwaarden een duw. Maar telkens opnieuw kon ik op tijd recupereren voor de volgende keer.
Bewegen na de behandeling
Rustig opbouwen
Na mijn borstkankeroperatie zou het 6 weken duren voordat ik ‘alles’ weer kon. Het
voelde alsof ik mijn arm nooit meer hoger zou krijgen dan navelhoogte. Maar ik gaf
niet op. Die 6 weken stonden niet gelijk aan 6 weken in de zetel liggen. Dus stapje
voor stapje begon ik te bewegen: korte wandelingen, drie keer per dag 10 minuten.
Na een tijdje durfde ik wat verder te gaan, met een wandeling van een halfuur of een
rustige fietstocht.
Bewegen is geen verplichting, maar een hulpmiddel.

Die kleine overwinningen, hoe bescheiden ook, gaven me terug vertrouwen in mijn lichaam. Het belangrijkste is niet dat je alles meteen weer kunt, maar dat je opnieuw leert vertrouwen op wat je lichaam wél kan.
👈🏻 En voor wie benieuwd is: Jep, ik kan mijn arm opnieuw 360 graden rondslingeren. 🙋🏻♀️
Geen one-size-fits-all
Beweging is geen one-size-fits-all oplossing. Wat voor de één werkt, is voor een ander misschien niet haalbaar. Het belangrijkste is dat je doet wat goed voelt voor jou, binnen je eigen mogelijkheden. Beweging is geen verplichting, maar een hulpmiddel om je sterker te voelen – fysiek én mentaal.
Heb je hulp nodig om te starten? Als bewegingscoach oncologie help ik je graag op weg. Samen zetten we de eerste stappen. Geef me een belletje op 0491 73 42 04 of stuur een mail naar lust.ulla@gmail.com en dan leer ik jou graag beter kennen!
Comments